Deze verwerkingsopdracht zal gaan over het boek "De hemel van Heivisj", geschreven door Benny Lindelauf.
Blok 1 - smaakontwikkeling
Werk onderstaande punten uit een kort betoog (+/- 200 woorden):
- Geef je mening over het boek (stelling)
- Gebruik minimaal 3 beoordelingswoorden en verwerk deze in 3 argumenten die je verder onderbouwt met bv voorbeelden van passages uit het boek.
“De hemel van Heivisj” is een interessant, heel
realistisch boek, met een zeer herkenbare, soms ook grappige, inhoud.
Het verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog, van
de verovering tot de bevrijding. Ondanks deze gruwelijke tijd, is Lindelauf er
goed in geslaagd om een sympathiek hoofdpersonage neer te zetten, genaamd Fing.
Fing beleeft net als ieder ander haar eerste baantje, eerste verliefdheid. Dit
is alleen wel net iets anders als je arm bent, constant verhuist binnen
hetzelfde dorp omdat je vader overal en nergens werk heeft, en niet verder mag
leren omdat het geld te hard te nodig is als je broers naar Duitsland worden
gedeporteerd. Toch zou je jezelf zo in Fing kunnen verplaatsen, door
bijvoorbeeld haar gedachten. Het boek is namelijk in de ik-persoon geschreven.
Een voorbeeld hiervan vind je al op de eerste bladzijde: “Hun verbazing was
minstens zo groot als de mijne. De directrice liet je alleen roepen als je iets
uitgehaald had, en ik stond niet bepaald bekend als durfal of uitvreter.”. Als middelbare scholier kan je je alleen door
deze gedachte al heel goed in Fing verplaatsen. Het feit dat zich dit dus
allemaal afspeelt te midden van een oorlog, maakt het nog eens extra
interessant. Je weet immers nooit met wie je wel en niet kan praten…..
Blok 2 - Tijd en opbouw
Kies minimaal 4 termen die – na uitwerking – een interessant beeld geven van het door jou gelezen boek. Toon hiermee aan dat bv. de panoramische vertelwijze ook daadwerkelijk een functie heeft in de tekst. Geef bij ieder gekozen punt daarom ook een voorbeeld uit het boek.
Wat je als je het boek uithebt en nog eens overdenkt meteen opvalt, is de verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd. Over het algemeen ligt het verteltempo vrij hoog. Het is dan ook niet niets om in 396 bladzijden vijf jaar (namelijk de tweede wereldoorlog) te beschrijven. Heel vaak wordt een stukje heel specifiek en uitgebreid verteld, waarna er een paar dagen, weken of maanden volgen waarvan alleen een samenvatting wordt gegeven die meestal neer komt op één ding: In die maanden ging alles zijn of haar gangetje. Een voorbeeld hiervan is het laatste hoofdstuk. Hier worden alle dingen die Fing na de oorlog overkomen afgehandeld. Hierbij worden regelmatig zinnen gebruikt als: "Toen ik weken later voor het eerst rechtop zat en de wereld niet meer tolde hielden Muulke en Jes het niet langer.".
Iets wat ook in het oog springt, is dat de volgorde in het verhaal, vrijwel volledig chronologisch is. Alleen als oma Mei een verhaal verteld, word daarvan afgeweken. Zo'n verhaal komt echter sporadisch voor en begint altijd met oma Mei die zoiets zegt als: "Vraag me wat Truuke Ruuzel midden in de nacht in de paterskoel deed.". Op die manier stoort het totaal niet, maar is het een vaak leuke en verhelderende onderbreking van Fings leven in de oorlog.
Als laatste, maar zeker niet de minste is het feit dat het verhaal scenisch verteld wordt. Alles wordt vanuit het oogpunt van Fing verteld. De verhalen van oma Mei zijn hier een uitzondering op. Dat alles in de ik-persoon staat, merk je vooral doordat je al Fings gedachten en gevoelens kent, maar van de andere personen alleen weet wat zij van hen weet. Dit maakt dat je je nog eens extra goed bij haar kan inleven. Een goed voorbeeld hiervan is als ze Bèr, beter bekent als de "Imbiciel", ontmoet: "Een jongen harkte het pad aan de westkant. Hij verspreidde met een ernstig gezicht het grind dat opgehoopt was, terwijl de bladeren om hem heen dwarrelden. Het was de Imbiciel, de jongste zoon van doodgraver Daams.". Hier denkt ze nog over hem als de Imbiciel, later wordt hij haar beste vriend. Dit is een manier van vertellen die heel effectief gebruikt is, door alle plotwendingen die Fing, en jij dus ook, totaal niet aan zal zien komen.
Blok 3 - perspectief en vertelsituatie
Zet in een tekst van +/- 50 woorden uiteen wat de vertelsituatie is en beschrijf daarbij
het gehanteerde perspectief .
Het hele verhaal wordt verteld vanuit de ik-personage. In
dit geval is dat Fing. Fing heeft vier oudere broers, twee jongere zusjes,
waaronder één met ernstige gezondheidsproblemen. Haar oma voedt hen op, want
hun moeder is dood. Fing heeft dus een beetje een moederrol tegenover haar twee
zusjes en dat is te merken in hoe het verhaal verteld wordt.
Ik vond het erg interessant om je verslag te lezen. Je hebt het heel uitgebreid verteld met veel informatie. De citaten vind ik goed bij je argumenten passen. Eén argument is volgens mij niet uitgewerkt. Ook lopen enkele zinnen niet helemaal lekker zoals: ' Dit maakt dat je je nog eens extra goed bij haar kan inleven.'. Verder heb je nog 1 keer 'te' te vaak gebruikt. Al met al is het een goed verslag met veel informatie en interessante citaten.
BeantwoordenVerwijderenLiefs Eline
Beste Rebecca,
BeantwoordenVerwijderenAllereerst wil ik zeggen dat ik je stuk goed vond. Er zit veel informatie in verwerkt en alles is duidelijk en uitgebreid beschreven.
Wel heb ik een paar aandachtspuntjes. Ten eerste zijn er een paar zinnen die niet zo lekker lopen, bijvoorbeeld de zin ‘Als laatste, maar zeker niet de minste is het feit dat het verhaal scenisch verteld wordt’. Volgens mij zijn de woorden niet helemaal correct gekozen en had je de zin beter met andere woorden kunnen formuleren. Ook heb ik een spellingsfout ontdekt bij blok 2, op ongeveer driekwart van de tekst, als je het over de ‘Imbiciel’ hebt. Als laatste punt had je misschien de opdrachten weg kunnen laten, omdat je je dan meer kunt concentreren op het verslag. Anderzijds maakt dat het stuk ook wel weer duidelijker. Al met al een goed geschreven stuk, het lijkt me een mooi en interessant boek!
Liefs van Amber