vrijdag 22 mei 2015

verwerkingsopdracht periode 3

Deze verwerkingsopdracht zal over het boek "Rode sneeuw in December" van Simone van der Vlugt gaan.

Blok 4 - Spanning

Noem 4 spanningstrucs die in het boek gebruikt zijn en licht deze toe.

1. De personages in een enge of gevaarlijke situatie plaatsen.
Een voorbeeld hiervan is als Andries in het legerkamp ontdekt dat er pest woedt. Een ander deel van het verhaal waarin dit heel duidelijk is, is als in Naarden iedereen naar de kerk wordt geleid en vervolgens wordt afgeschoten.

2. Het vervolg uitstellen.
Het verhaal bestaat, vooral in het begin, uit verschillende verhaallijnen. Als ze in het legerkamp waar Willem is bij een heel spannend deel zijn gekomen, gaat het verhaal doodleuk terug naar de zwangere Lideweij.

3. Het verhaal vertragen.
In het verhaal wordt veel vertraagd door uitgebreide beschrijvingen van iemands leven te geven (een samenvatting van het leven van Willem van Oranje, of generaal Alfa), of door even rustig te beschrijven hoe een ruimte of stad eruit ziet. Een voorbeeld uit het verhaal is dat ze terwijl ze naar de kerk lopen om vermoord te worden (ook al weten ze dat zelf niet) er nog rustig even beschreven wordt hoe de Spaanse soldaten erbij staan.

4. Het verhaal in een griezelige of gevaarlijke omgeving laten spelen.
Het hele verhaal speelt zich af in een oorlog. Een legerkamp waar de pest woedt, is een gevaarlijke situatie te noemen.

Leg uit of het boek de nadruk legt op actie- of psychologische spanning

Het boek legt de nadruk op actiespanning. Het verhaal speelt zich af in de tachtigjarige oorlog, en toen zijn een hoop bloederige slagen geleverd, om nog maar niet te spreken van de pest en brandstapels.
Er is in het boek wel psychologische spanning, maar steeds maar voor korte duur en niet erg aanwezig. Een voorbeeld van psychologische spanning is als Lidewij's vader haar geen toestemming geeft met Andries te trouwen. Moet ze kiezen voor trouw aan haar vader, of voor haar grote liefde?


Blok 5 - Thema en motief

Bepaal het thema van het verhaal en onderbouw dit door verschillende motieven te benoemen.

Het thema van het verhaal  is verzet tegen onderdrukking.

Psychologische motief:
De liefde tussen Andries en Lidewij, waardoor ze haar vaders wil negeert en toch met Andries trouwt.
Keuzes maken, de keuze tussen haar vader en Andries, de keuze tussen het nieuwe geloof en katholicisme.

Tijd- en ruimtemotief:
Onderdrukking, de Spanjaarden waren in alles, van geloof tot politiek, de baas.

Religieus motief:
Bekering, Lidewij en Andries bekeren zich tot het nieuwe geloof.

Intrigemotief:
vrijheidsdrang, dit is er vooral bij Isabella als ze Reinier ontmoet.


Blok 6 - Ruimte

Op welke plaatsen speelt het boek zich af?

Het boek speelt zich af op vier belangrijke plaatsen:

- Leiden
- Naarden
- Breda
- Het legerkamp

Zijn de ruimtebeschrijvingen gedetailleerd of karig?

De ruimtebeschrijvingen zijn niet erg gedetailleerd, behalve als ze als spanningstruc gebruikt worden. Als Isabella op haar eigen zolder verkracht wordt door een Spanjaard, wordt bijvoorbeeld de balk boven haar hoofd uitgebreid beschreven.

Wat is de functie van deze ruimtebeschrijvingen?

De functie is spanning oproepen, of ze zorgen ervoor dat je je enigszins kan oriënteren op een ongebruikelijke plek als een legerkamp.

Hoe waardeer je de ruimtebeschrijvingen?

Ik vond het fijn dat plekken als een legerkamp werden beschreven, want ik had er niet echt een beeld bij.
Toen ze op spannende momenten rustig de ruimte gingen beschrijven zat ik werkelijk op het puntje van mijn stoel, dus het heeft zijn functie wel vervult. Of ik het altijd kon waarderen toen ik het boek aan het lezen was is een ander verhaal, toen wilde ik gewoon zo snel mogelijk weten hoe het moment zou gaan eindigen.

donderdag 2 april 2015

Verwerkingsopdracht 'De hemel van Heivisj'

Deze verwerkingsopdracht zal gaan over het boek "De hemel van Heivisj", geschreven door Benny Lindelauf. 

Blok 1 - smaakontwikkeling

Werk onderstaande punten uit een kort betoog (+/- 200 woorden):

- Geef je mening over het boek (stelling)
- Gebruik minimaal 3 beoordelingswoorden en verwerk deze in 3 argumenten die je verder onderbouwt met bv voorbeelden van passages uit het boek.

“De hemel van Heivisj” is een interessant, heel realistisch boek, met een zeer herkenbare, soms ook grappige, inhoud.
Het verhaal speelt zich af in de tweede wereldoorlog, van de verovering tot de bevrijding. Ondanks deze gruwelijke tijd, is Lindelauf er goed in geslaagd om een sympathiek hoofdpersonage neer te zetten, genaamd Fing. Fing beleeft net als ieder ander haar eerste baantje, eerste verliefdheid. Dit is alleen wel net iets anders als je arm bent, constant verhuist binnen hetzelfde dorp omdat je vader overal en nergens werk heeft, en niet verder mag leren omdat het geld te hard te nodig is als je broers naar Duitsland worden gedeporteerd. Toch zou je jezelf zo in Fing kunnen verplaatsen, door bijvoorbeeld haar gedachten. Het boek is namelijk in de ik-persoon geschreven. Een voorbeeld hiervan vind je al op de eerste bladzijde: “Hun verbazing was minstens zo groot als de mijne. De directrice liet je alleen roepen als je iets uitgehaald had, en ik stond niet bepaald bekend als durfal of uitvreter.”.  Als middelbare scholier kan je je alleen door deze gedachte al heel goed in Fing verplaatsen. Het feit dat zich dit dus allemaal afspeelt te midden van een oorlog, maakt het nog eens extra interessant. Je weet immers nooit met wie je wel en niet kan praten…..


Blok 2 - Tijd en opbouw

Kies minimaal 4 termen die – na uitwerking – een interessant beeld geven van het door jou gelezen boek. Toon hiermee aan dat bv. de panoramische vertelwijze ook daadwerkelijk een functie heeft in de tekst. Geef bij ieder gekozen punt daarom ook een voorbeeld uit het boek.

Wat je als je het boek uithebt en nog eens overdenkt meteen opvalt, is de verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd. Over het algemeen ligt het verteltempo vrij hoog. Het is dan ook niet niets om in 396 bladzijden vijf jaar  (namelijk de tweede wereldoorlog) te beschrijven. Heel vaak wordt een stukje heel specifiek en uitgebreid verteld, waarna er een paar dagen, weken of maanden volgen waarvan alleen een samenvatting wordt gegeven die meestal neer komt op één ding: In die maanden ging alles zijn of haar gangetje. Een voorbeeld hiervan is het laatste hoofdstuk. Hier worden alle dingen die Fing na de oorlog overkomen afgehandeld. Hierbij worden regelmatig zinnen gebruikt als: "Toen ik weken later voor het eerst rechtop zat en de wereld niet meer tolde hielden Muulke en Jes het niet langer.". 
Iets wat ook in het oog springt, is dat de volgorde in het verhaal, vrijwel volledig chronologisch is. Alleen als oma Mei een verhaal verteld, word daarvan afgeweken. Zo'n verhaal komt echter sporadisch voor en begint altijd met oma Mei die zoiets zegt als: "Vraag me wat Truuke Ruuzel midden in de nacht in de paterskoel deed.". Op die manier stoort het totaal niet, maar is het een vaak leuke en verhelderende onderbreking van Fings leven in de oorlog.
Als laatste, maar zeker niet de minste is het feit dat het verhaal scenisch verteld wordt. Alles wordt vanuit het oogpunt van Fing verteld. De verhalen van oma Mei zijn hier een uitzondering op.  Dat alles in de ik-persoon staat, merk je vooral doordat je al Fings gedachten en gevoelens kent, maar van de andere personen alleen weet wat zij van hen weet. Dit maakt dat je je nog eens extra goed bij haar kan inleven. Een goed voorbeeld hiervan is als ze Bèr, beter bekent als de "Imbiciel", ontmoet: "Een jongen harkte het pad aan de westkant. Hij verspreidde met een ernstig gezicht het grind dat opgehoopt was, terwijl de bladeren om hem heen dwarrelden. Het was de Imbiciel, de jongste zoon van doodgraver Daams.". Hier denkt ze nog over hem als de Imbiciel, later wordt hij haar beste vriend. Dit is een manier van vertellen die heel effectief gebruikt is, door alle plotwendingen die Fing, en jij dus ook, totaal niet aan zal zien komen.


Blok 3 - perspectief en vertelsituatie

Zet in een tekst van +/- 50 woorden uiteen wat de vertelsituatie is en beschrijf daarbij 
het gehanteerde perspectief .

Het hele verhaal wordt verteld vanuit de ik-personage. In dit geval is dat Fing. Fing heeft vier oudere broers, twee jongere zusjes, waaronder één met ernstige gezondheidsproblemen. Haar oma voedt hen op, want hun moeder is dood. Fing heeft dus een beetje een moederrol tegenover haar twee zusjes en dat is te merken in hoe het verhaal verteld wordt.